De rijke mensen in je stad, je leiders en je aanvoerders lijken wel een zwerm sprinkhanen die, zolang het koud is, tegen de muren zitten. Maar zodra de zon opkomt, vliegen ze weg. Niemand weet waar ze zijn gebleven.
Uw vorsten en ambtenaren kruipen bij elkaar als sprinkhanen op de muren bij kou. Maar zij zullen allemaal vluchten en verdwijnen, net als sprinkhanen doen wanneer de zon opkomt.